In deze blog een interview van Simone Hibma met Iris Korthagen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Iris Korthagen leidt daar het onderzoeksprogramma ‘Lokaal: het sociaal domein en de kracht van de lokale verzorgingsstaat’. Binnen dit programma werken twaalf onderzoekers aan projecten over:
- levensbrede (domeinoverstijgende) ondersteuning,
- het bereik in het sociaal domein,
- de uitwerking van de Participatiewet,
- en informele hulpbronnen in het jeugdbeleid.
Tijdens het LCGW Festival op 27 maart bij de gemeente Deventer geeft Iris Korthagen een lezing over de laatste stand van zaken van het programma. Ze deelt daarbij praktische tips.
Hoe ben je in dit vakgebied terechtgekomen?
Mijn interesse in maatschappelijke vraagstukken is van huis uit meegegeven. Mijn moeder was juf op een school voor speciaal basisonderwijs en mijn vader was maatschappelijk werker. Zo raakte ik al vroeg betrokken bij verhalen uit het sociaal domein. De impact van beleid op het leven van mensen en mijn maatschappelijke betrokkenheid hebben me altijd gedreven. Niet iedereen heeft gelijke kansen in onze samenleving, en juist daar wil ik iets in betekenen. Bij het Sociaal en Cultureel Planbureau krijg ik, samen met een team van onderzoekers, de kans hieraan te werken. Momenteel leid ik een onderzoeksprogramma over de lokale verzorgingsstraat. Ons doel is ervoor te zorgen dat onze kennis gebruikt wordt door mensen in beleid en praktijk. Dat we ze aan het denken zetten over hoe beleid echt bijdraagt aan het dagelijks leven van mensen.
Waarom is het thema van de lokale verzorgingsstaat juist nu relevant?
Sinds de decentralisaties zijn gemeenten en lokale gemeenschappen nog belangrijker voor hoe het met en tussen mensen gaat. We zien al jaren dat een groep met meerdere problemen niet goed geholpen wordt. Niet iedereen krijgt de zorg en ondersteuning die nodig is. Vaak worden problemen apart behandeld, met eigen loketten, regelingen en financiering. Dit maakt het voor mensen die meerdere vormen van hulp krijgen extra ingewikkeld. Daarbij komt dat hulp bieden en hulp krijgen ook een kwestie is van elkaar vertrouwen. Daar zit bijvoorbeeld in de participatiewet een belangrijk knelpunt. De overheid heeft vertrouwen van de burger nodig om iemand die recht heeft op bijstand goed te ondersteunen. In ons onderzoek zien we juist dat er vaak sprake is van wederzijds wantrouwen.
Wat zijn de grootste uitdagingen in samenwerking in het sociaal domein?
Samenwerking tussen verschillende partijen in en rondom het sociaal domein is toegenomen, maar verloopt stroef. Een belangrijk knelpunt is dat samenwerking tussen instanties wordt belemmerd door organisatiestructuren en financiële belangen. Maar we zien ook verschillende, botsende beelden in beleid en bij organisaties over hoe mensen zich gedragen en hoe ze zich zouden moeten gedragen. Die botsende mensbeelden bemoeilijken samenwerking.
Welke trends en inzichten zijn naar voren gekomen uit recent onderzoek?
Tijdens ons onderzoek hebben we ons afgevraagd waarom het zo lastig is mensen met multi-problematiek te ondersteunen. Om knelpunten te begrijpen, hebben we vijftien ervaringsverhalen uit het sociaal domein over gemiste ondersteuning opgetekend. Dat gaf veel inzichten. We werken op dit moment aan een analyse van knelpunten waarbij we ervaringskennis combineren met inzichten uit rapporten en wetenschappelijk onderzoek. Hier vertel ik meer over in mijn lezing.Een aantal belangrijke inzichten uit eerdere onderzoeken zijn:
- Gemeenten richten veel laagdrempelige loketten in, maar niet alle inwoners die hulp nodig hebben, willen, zullen en kunnen hulp vragen.
- De kloof tussen zelfredzame inwoners en kwetsbare groepen groeit.
- Informele hulp zoals mantelzorg, maar ook informele hulp vanuit maatjestrajecten, buurthuizen en de rol van verenigingen, wordt steeds belangrijker.
Welke adviezen heb je voor beleidsmakers?
Het is belangrijk dat beleidsmakers zich bewust zijn van de waarden en beelden achter hun beslissingen, zoals het beeld van de rationele, zelfredzame burger of juist van een niet-zelfredzame patiënt. Dat uit zich ook in op het oog ‘kleine’ dingen in de praktijk. Een treffend voorbeeld zie ik in de film Human Forever over de zorg voor ouderen met dementie. Wat me raakte was een voorbeeld van een tikkende sleutelbos tegen het been van een begeleider in medisch ingerichte woonruimtes. Het symboliseert dat de begeleider bepaalt of de patiënt in zijn kamer moet blijven of niet. Vergelijkbare verhalen gebruik ik in mijn lezing om beleidsmakers kritisch te laten kijken naar bestaande structuren.